ACT

Acceptatie en Commitment Therapie (ACT)

 

ACT staat voor Acceptance and Commitment Therapy, ontwikkeld door Steven C. Hayes in 1982. Het is een vorm van gedragstherapie waarbij gewerkt wordt naar psychologische flexibiliteit. Het is gebaseerd op relational frame theory en maakt gebruik van een diepgaande psychologische analyse van menselijk gedrag en taal.

 

ACT op Vrije Academie ‘t Pad

 

Acceptatie en Commitment Therapie (ACT) wordt toegepast in alle leerjaren van de opleidingen op Vrije Academie ՚t Pad. Het is het raamwerk waarbinnen in de eerste twee jaren het persoonlijk proces van de Kern-in-Beeld zich afspeelt.

In de afstudeerrichting Psychosociaal Werk (PSW) wordt er ook veel meer expliciet met ACT gewerkt met als doel Psychosociaal Coach Beeldend (PSW-3) en/of Psychosociaal Therapeut Beeldend (PSW-4) te worden.

 

ACT Hexaflex

 

Volgens de principes van Acceptatie en Commitment Therapie zijn er zes verschillende, maar samenhangende, processen die samen het psychologisch leven van een individu vormen. Deze zes processen zijn te zien in de zogenaamde hexaflex (zie afbeeldingen rechts). Van elk van deze zes processen is er een gezonde flexibele vorm (F) en een niet-flexibele vorm (NF). Elk individu beweegt zich te midden van deze zes processen, en het doel is om vanuit verstarring naar flexibele houding te komen, zodat je om kunt gaan met datgene dat op je pad komt. Wat er gebeurt in je leven kun je niet beheersen, maar welke houding je aanneemt, binnen bepaalde grenzen, kun je jezelf wel aanleren.

Deze zes processen komen op het volgende neer:

1. Hier en Nu (F) / Verleden (NF) — het aanwezig zijn in het heden, in plaats van gefocust zijn op het verleden of de toekomst.

2. Acceptatie (F)/ Vermijding (NF) — dingen niet uit de weg gaan, maar actief te accepteren wat er is.

3. Waarden (F)/ Normen (NF) — handelen vanuit wat er waardevol is in je leven, in plaats van naleven van opgelegde regels of het vervullen van een behoefte.

4. Defusie (F)/ Fusie (NF) — niet samen laten vallen (defusie) met je gedachten (ideeën en overtuigingen), of gefuseerd zijn met, je samen laten vallen met je gedachten/overtuigingen.

5. Zelf als context (F)/ Zelf als concept (NF) — vanuit een veilige plek jezelf waarnemen zonder daarbij je gevoelens en gedachten te verdringen, in plaats van je er mee te identificeren.

6. Toegewijde actie (F)/ Onwerkbare actie (NF) – het kunnen vertalen van je waarden in concreet gedag in plaats van vanuit angst, vermijding of een passief gedrag je waarden niet naleven.

Elk van deze processen zijn enkel een deel van het grotere geheel, en kunnen niet los van elkaar gezien worden. Door deze processen apart te benoemen, kan er meer inzicht gecreëerd worden in specifieke gedragingen van personen, waarbij het van belang is dat het uiteindelijk doel nooit uit het oog verloren raakt.

ACT: Inflexibele Hexaflex

 

ACT: Flexibele Hexaflex

 
 

Als je weet wat er voor jou echt toe doet kun je onder alle omstandigheden makkelijker je keuzes maken en de consequenties dragen van diezelfde keuzes.